Domeinen

Fysiek Domein

Beschrijving doel 6.3.1 We zorgen voor een toekomstbestendige verkeersinfrastructuur met prioriteit voor schoon vervoer

Link naar afwijkingen in Berap 2021-1

Zwolle is een gastvrije en toegankelijke gemeente. Inwoners, bedrijven, bezoekers, forensen en vervoerders hebben volop keuzevrijheid bij het plannen van hun reis. Zwolle is een belangrijk scharnierpunt voor verkeer, zowel via het water, de weg, het fietspad als het spoor. We zijn het tweede spoorknooppunt van Nederland, we kennen het hoogste fietsgebruik binnen de stad van de wereld én we hebben een uitstekende autobereikbaarheid.

Een goede mobiliteit draagt bij aan onze economisch sterke positie en regionale aantrekkingskracht, met een goede bereikbaarheid voor inwoners, forensen, logistiek verkeer, studenten en scholieren. We behoren tot de steden met het grootste aandeel verkeer dat iedere dag vanuit de regio naar de stad reist, het Daily Urban System van Zwolle.

Om Zwolle in de toekomst gastvrij en bereikbaar te houden, gaan we vaker de fiets pakken, met de deelauto rijden of met het openbaar vervoer reizen. We zetten in op het realiseren van een netwerk van aantrekkelijke en herkenbare loop- en doorfietsroutes en het wijzigen van het mobiliteitsgedrag: meer fietsgebruik in plaats van de auto. Met het oog op de verduurzaming van mobiliteit zetten we, vraaggestuurd ,in op het realiseren van elektrische laadpalen om elektrisch rijden aan te moedigen en gaan we de samen met partners de realisatie van mobiliteitshubs onderzoeken. Aanvullend willen we toe naar minder, kleinschaliger en schoner vrachtvervoer in de stad. Deze aanpak sluit aan bij ons bestaande actieplan Stadslogistiek en de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek (kortweg: ZES).

Door te investeren in duurzame en inclusieve mobiliteitsoplossingen en goede alternatieven voor (vracht)autoverkeer kan onze stad een verdere groei ook voor het verkeer faciliteren. We streven naar meer gebruik van de fiets en het openbaar vervoer, in combinatie met de auto zodat onze stad voor alle vervoerwijzen bereikbaar blijft en we voldoende keuzevrijheid in mobiliteit blijven garanderen.

Criteria

We zorgen voor een toekomstbestendige verkeersinfrastructuur met prioriteit voor schoon vervoer, zodanig dat:

  • Mensen keuzevrijheid hebben in vervoersmiddel/route.
  • De belangrijkste bestemmingen kunnen worden bereikt in een betrouwbare reistijd.
  • Bestemmingen gemakkelijk bereikt kunnen worden met de fiets of te voet.
  • De buitenruimte voor een ieder toegankelijk is, passend bij het gebruik van het gebied.
  • De doorstroming van het Openbaar Vervoer naar belangrijke bestemmingen wordt geborgd.
  • Bewoners, scholieren, forensen, bezoekers en bevoorradend verkeer voor hun verplaatsing de juiste (combinatie van) vervoerwijze(n) en moment kiezen, en prioriteit geven aan schoon vervoer.
  • De verkeersinfrastructuur bijdraagt aan de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de regio, de stad, wijk en de  bedrijventerreinen.
  • Wordt bijgedragen aan de strategische opgaven op het gebied van Centrumgebied (Spoorzone en Binnenstad), klimaatadaptatie, energietransitie, en circulaire economie.

Portefeuillehouder(s)

William Dogger

Afwijkingen op activiteiten Berap 2021-2

Overdracht budget beheer en exploitatie Reizigerstunnel en Busstation

Budgettair neutraal

De reizigerstunnel en het busstation zijn al een tijd opgeleverd en in gebruik. Onlangs is na vele jaren een overeenkomst met ProRail over de jaarlijkse kosten van onderhoud, beheer en exploitatie. De jaarlijkse kosten bedragen € 127.000 en dit bedrag zal vanuit de structurele middelen van de Spoorzone (doel 6.3.1) overgeheveld worden naar Beheer Openbare ruimte (doel 7.1.2 en doel 7.1.3).

Afwijkingen op kredieten Berap 2021-2

Mobihubs

Aanvullende uitgaven

50000

Zwolle groeit, 10.000 woningen in de komende 10 jaar en daarna nog verder. En heeft zich daarbij ten doel gesteld dit op een manier te doen die ervoor zorgt dat de aantrekkelijkheid, bereikbaarheid en leefbaarheid gewaarborgd blijven. Het is dan ook de opgave om op een zorgvuldige wijze om te gaan met beschikbare ruimte.

Om invulling te kunnen geven aan de ambities van de stad op het gebied van onder andere mobiliteit en energie, maar ook wonen, klimaat, duurzaamheid en leefbaarheid is een transitie nodig.  Op het gebied van het mobiliteits- en energiesysteem is deze  gaande, maar lopen ze parallel aan elkaar. Om echt de stap te maken naar integrale stedelijke- of gebiedsontwikkeling moeten deze systemen samen komen en verbonden worden met andere thema’s.

Er is een transformatie van ons verkeer- en vervoerssysteem nodig om dit mogelijk te maken. Dit leidt tot het loslaten van de dominante positie van de auto. Tegelijk zien we dat dat al aan de gang is, nieuwe mogelijkheden dienen zich aan. Denk aan het gebruik van fiets- en OV-punten en aan slimme deelsystemen om de stad en mobiliteit veel toegankelijker te maken.

Naast het mobiliteitssysteem is ook het energiesysteem in transitie, de overgang van een fossiel systeem op basis van kolen, olie en gas naar een systeem basis van hernieuwbare bronnen. Binnen enkele decennia zal er geen aardgas meer in onze huizen komen of benzine in onze auto’s worden getankt. We gaan daarmee een toename zien in het gebruik van elektrische auto’s, in het aansluiten van zonnepanelen en we gaan zien dat elektrificering van de warmtevoorziening in stedelijk gebied een flink aandeel gaat nemen in het nieuwe energiesysteem. Het elektriciteitsnetwerk is hier niet op ontworpen en behoeft aanpassing. Dat gaat niet van vandaag op morgen.  De problematiek is daarmee dubbel urgent.

Een oplossingsrichting die we zien is de introductie van Mobihubs. Dit zijn aantrekkelijke, goed bereikbare voorzieningen waar auto- en fietsparkeren gecombineerd worden met het aanbieden van deelfietsen en –auto’s, bushaltes en andere voorzieningen als pakketkluizen en toiletten. En tegelijk de functie hebben van opwek opslag en/ of teruglevering van energie.
Naast dat het fysieke ruimte vrij kan spelen  door meervoudig ruimtegebruik, kan het ook ruimte creëren op het elektriciteitsnetwerk (in Berkum en de Tippe loopt op dat punt inmiddels een onderzoek met TNO, samen met provincie, Enexis en deltaWonen).

Mobihubs zijn er in verschillende soorten en maten, kleine in de buurten en wijken, grote rond de Binnenstad en aan de rand van de stad bij knooppunten van wegen of stations en haltes. Van daaruit worden bezoekers en werkers gestimuleerd om daar de overstap te maken van bijvoorbeeld de auto naar de bus of deelfiets. Het is daarom van belang de relaties tussen de verschillende mobihubs en hun schaalniveaus te leggen en die op elkaar af te stemmen, zodat ze elkaar versterken en een geheel vormen in plaats van losse ad hoc geplande stukjes binnen lopende of nieuwe projecten of programma’s. Uitgangspunt is verder het behoud en ontwikkeling van (sociale) voorzieningen of andere diensten in de wijken en daarmee sociale inclusie (iedereen kan meedoen in de samenleving, gelijke kansen, participatie etc.). Dat is een belangrijke kans om mee te koppelen in deze gedachtegang. Het zijn daarmee knooppunten in diverse opzichten.

Bij elkaar opgeteld maakt het dat Mobihubs als een katalysator kunnen gelden voor verdere verstedelijking en een versneller voor transitie. Maar andersom geldt ook dat zonder deze voorzieningen we al op korte termijn tegen fysiek ruimtelijke grenzen aan lopen. Dat vormt een afbreukrisico in de programma’s en projecten.

Aanpak:
De dynamiek rond dit thema is groot, ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Er liggen mooie kansen, en op alle overheidslagen wordt de urgentie gevoeld. Tegelijk staan we nog aan het begin, zijn er nog beperkt voorbeelden en moet er nog veel worden ontwikkeld. Daarom is het van belang daar vandaag nog mee te starten . We stellen we ons 3 samenhangende sporen voor:
1.   Zichtbaar maken en verspreiden
2.   Transitie in beleid
3.   Experimenten,  als voorbeeld hoe het kan

Deze sporen hangen nauw met elkaar samen en worden op elkaar betrokken. Het 1e gaat er vooral om dat het verhaal over de potenties van mobipunten en het waarom daarvan steeds wijder verbreid wordt. De 3e gaat over het creëren van voorbeelden, initiatieven die laten zien dat het kan, die laten zien dat er alternatieven zijn voor de systemen zoals we ze kennen. De 2e heeft de mogelijkheid voor structurering en inbedding van de alternatieven in beleid (van buiten naar binnen), zodat ze door kunnen groeien, er meer van kunnen komen tot uiteindelijk een nieuw normaal. Op deze manier werken we op alle schaalniveaus tegelijk en verbinden we lange termijn en korte termijn, strategie en operatie, beleid en praktijk.

Met deze 3 sporen willen we in 2021 en 2022 een start maken. Daar willen we een Squat-team voor inrichten met vanuit de gemeente in elk geval de disciplines mobiliteit, energie, stedenbouw en economie, aangevoerd door een (meewerkende) trekker. En naast gemeente betrekken we netbeheerder Enexis en de provincie Overijssel vanwege hun directe belang en kennis. En tot slot om de praktijk ook naar binnen te halen enkele koplopers op dit vlak.

Hiervoor is in 2021 € 50.000 en in  2022 € 100.000 benodigd.

Bushaltes nieuwe concessie

Budgettair neutraal

Vanuit de afgegeven subsidiebeschikking door de provincie zijn er hogere baten te melden door een hoger dan verwacht subsidiepercentage. Hiernaast zijn er in het proces om te komen tot nieuwe bushaltes veel extra begeleidingskosten te melden. De verwachting is dat de hogere lasten van begeleiding geheel gedekt kunnen worden door de hogere subsidie op de uitvoering van de maatregelen.

Kredietverhoging  project Ondergrondse fietsenstalling

Budgettair neutraal

Het project OFOR (ondergrondse fietsenstalling en openbare ruimte) heeft twee extra inkomsten/bijdragen weten te genereren.
€ 90.000 euro - bijdrage NS
€ 96.000 euro - budget binnenstad - verlichting

Technische wijziging, krediet ophogen aan de kostenkant, en extra bijdragen ramen aan de inkomsten kant.

Krediet Fietsstraat Koggepark

Budgettair neutraal

Er is overeenstemming over rijks- en provinciale bijdrage voor de realisatie van de Fietsstraat Koggepark. Het gaat om een bedrag van € 390.000 euro provinciale subsidie en € 520.000 euro rijkssubsidie. De verwachting is dat er voor beide bijdragen later in 2021 een subsidiebeschikking zal worden afgegeven door Provincie Overijssel.

Deze pagina is gebouwd op 01/18/2022 12:33:38 met de export van 10/15/2021 09:02:06